De echte tevredenheid is iets actief zoals de landbouw. Het is de capaciteit alles uit een bepaalde situatie te halen wat er in zit. (Gilbert Keith Chesterton 1874 -1936)

Landbouw-vof als vluchtroute uit box 3 is risicovol!

Relatief hoge box 3-heffing

De combinatie van geen, een extreem laag of zelfs negatief rendement op beleggingen met de inkomstenbelasting van box 3 maakt deze vermogensrendementsheffing voor veel particulieren tot een zware last. Net voor kerst 2021 kwam in het nieuws dat de Hoge Raad arrest had gewezen in een zaak waarin het ging om deze onevenredig hoge belastingdruk van box 3. De Hoge Raad stelde:

‘ook met inachtneming van de ruime beoordelingsmarge die de wetgever toekomt, kan in redelijkheid niet worden gezegd dat het sinds 2017 geldende forfaitaire stelsel de uit artikel 1 Eerste protocol voortvloeiende proportionaliteitstoets kan doorstaan. Er bestaat niet een redelijke verhouding tussen de belangen die de wetgever heeft willen dienen met dat stelsel en de ongelijkheid die wordt veroorzaakt door de vormgeving die de wetgever heeft gekozen voor de verwezenlijking van dat doel.’   

Hiermee schoot de Hoge Raad gaten in het wettelijke systeem dat leidt tot de belastingheffing van box 3. Veel ‘beleggers’ vinden al een aantal jaren de belastingdruk van box 3 te hoog in verhouding tot de opbrengsten van hun vermogen. Daaronder zijn eigenaren van landbouwpercelen die ooit in hun eigen bedrijven gebruikt werden. Die gronden werden en worden (vooralsnog) niet verkocht omdat deze generatie op generatie in de familie waren. Sommige van deze grondbezitters werden door de onevenredige belastingdruk van box 3 bewogen om een vluchtroute naar een andere box van de inkomstenbelasting te zoeken. Een dergelijke keus is niet altijd zonder risico en blijkt deskundigheid te verlangen.

Landbouwgrond uit box 3 terug de ondernemingssfeer in

Een oplossing om aan de box 3-heffing te ontkomen, lijkt het overbrengen naar een andere box waarbinnen wel het echte rendement met inkomstenbelasting wordt belast. Voor landbouwgrond ligt dan box 1 voor de hand en daarvan met name de inkomensbron ‘winst uit onderneming’. Dan geldt een progressief tarief waartegen de verschuldigde belasting over het resultaat wordt geheven. Echter daar staat een voordeel tegenover. Voor de waardestijgingen van landbouwgrond geldt namelijk de landbouwvrijstelling van artikel 3.12. Door bij de etikettering van grond als ondernemingsvermogen deze tegen de hoogst mogelijke waarde in het economisch verkeer in de boeken te zetten, wordt al gedeeltelijk het fiscale gevolg van waardestijging de pas afgesneden. Een latere waardestijging binnen het agrarische gebruik valt vervolgens onder de landbouwvrijstelling. Het jaarlijkse resultaat dat met de grond wordt behaald is dan wel als ‘winst’ uit onderneming belast. Duidelijk moet zijn dat dan deze grond wel moet worden gebruikt voor een echte onderneming. Hiervoor wordt wel met diegene die eerder de grond pachtte een maatschap of een vennootschap onder firma aangegaan. De grondeigenaar wordt dan een ‘winstaandeel’ in het vooruitzicht gesteld dat veelal gelijk is aan de eerdere pachtsom. Daardoor kan het mis gaan.

VOF-overeenkomst met fiscaal doel kan pachtovereenkomst zijn

In de rechtspraak zijn er verschillende uitspraken waarbij een maatschaps- of vof-overeenkomst als een reguliere pachtovereenkomst werd aangemerkt. Meestal ging het er dan om dat de eigenaar van de landbouwpercelen deze aan de maatschap of vof tegen een jaarlijks vaste prijs ter beschikking stelde. Zo’n eigenaar bleek dan in de praktijk verder niets of nauwelijks iets wezenlijks in te brengen zoals arbeid, een teeltplan of enige andere betrokkenheid bij de bedrijfsvoering. Op 13 juli 2021 heeft de Pachtkamer van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:NL:L:2021:6764) in hoger beroep nog een pachtovereenkomst vastgelegd voor de wettelijke duur van zes jaar omdat feitelijk geen sprake bleek te zijn van een vof. Daaraan voorafgaande was in de procedure voor het hof onder andere aan de orde gekomen:

Het aangaan van de vennootschap onder firma had alleen een fiscale achtergrond en wijzigde niets aan het gebruik van de grond en de betaling daarvoor.

 Een maatschap of vennootschap onder firma kan tevens een pachtovereenkomst omvatten als de ene vennoot overwegend grond inbrengt en de andere vennoot zijn arbeid. Het feit dat binnen de vennootschap meer afspraken bestaan dan alleen de ingebruikgeving van grond en de tegenprestatie, brengt niet zonder meer mee dat daar niet ook een pachtovereenkomst in begrepen kan zijn.

 Het hof oordeelt daarom dat de pachtverhouding ‘¦’¦’¦ is blijven bestaan omdat de rechtsverhouding die tot stand is gebracht met de vennootschapsakte in overwegende mate ook de trekken van pacht heeft. Dan vereist de pachtersbescherming dat de vennootschapsakte ook moet worden aangemerkt als een pachtovereenkomst. Bij gebrek aan een subsidiair verweer, betreft het dan een reguliere pachtovereenkomst. Het hof zal die overeenkomst vastleggen.

Kortom een maatschap of vof met als enige doel een fiscale achtergrond kan ontsporen in een pachtovereenkomst, zoals uit eerdere rechtspraak had kunnen worden afgeleid.       

Bekijk alle artikelen van Huisvennen Advies B.V.

mr. Franc Beekmans

05-01-2022

Agrarische vraagstukken Maatschap, vof- & bv-structuren

De laatste blogs via de mail ontvangen? Schrijf u hieronder in.