De echte tevredenheid is iets actief zoals de landbouw. Het is de capaciteit alles uit een bepaalde situatie te halen wat er in zit. (Gilbert Keith Chesterton 1874 -1936)

Fiscaal (te) enge Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv)

Recent maakte Minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bekend dat er een subsidieregeling voor de sanering van de varkenshouderij open wordt gesteld. Uitdrukkelijk werd daarbij door haar direct gemeld dat de stikstofperikelen niet de aanleiding waren voor deze saneringssubsidie. Dit blijkt ook uit haar brief aan de Tweede Kamer van 10 oktober. Daarin wordt door de minister vermeld dat het primaire doel van de regeling is het op korte termijn verminderen van (geur)overlast voor omwonenden in veedichte gebieden. Daarbij werd het subsidieplafond voor de Srv met € 60 miljoen verhoogd naar € 180 miljoen. Deze subsidieregeling lijkt voor varkenshouders een mooie mogelijkheid te zijn om hun varkenshouderij op een locatie waar deze geuroverlast veroorzaakt, te beëindigen.

In artikel 5 van de Srv zijn de vereisten opgesomd waaraan voldaan moet worden. Onder letter g staat echter dat de varkenshouder zich door middel van een overeenkomst moet verbinden dat zal worden voldaan aan een aantal eisen. Daarbij staat als eis onder 3° het navolgende:

‘geen varkens te gaan houden op een andere locatie dan waar hij ten tijde van de aanvraag reeds een varkenshouderijlocatie heeft;’

In haar brief stelt de minister hierbij dat de begunstigde van de subsidie niet langer op de betreffende varkenshouderijlocatie varkens mag houden en ook geen andere diersoorten die bij intensieve veehouderij gehouden kunnen worden. Deze herbestemming moet in gang zijn gezet. Daarnaast mag de begunstigde geen varkens gaan houden op een andere locatie dan waar hij ten tijde van de aanvraag reeds een varkenshouderijlocatie heeft.

De varkenshouder die voor de subsidie kiest, moet bedacht zijn op de forse juridische impact van deze eis want die gaat verder dan eigenlijk ieder willekeurig concurrentiebeding. De varkenshouder mag bij deelname aan de subsidieregeling namelijk nooit meer voor eigen rekening en risico, waar ook in Nederland nog varkens houden. Hij zal zich op een ander professioneel terrein moeten bekwamen om een boterham te verdienen dan wel op een andere manier in het inkomen moeten voorzien, bijvoorbeeld met een oudedagsvoorziening.

Het fiscaal enge van deze subsidieregeling komt ook voort uit hetgeen onder letter g, 3° staat. Aan de subsidieregeling kan op basis van vrijwilligheid worden deelgenomen. Dit leidt ertoe dat  geen gebruik gemaakt kan worden van de fiscale mogelijkheid die een verruimde herinvesteringsreserve biedt. Die geldt in geval van overheidsingrijpen (artikel 3.54, lid 10 juncto lid 12 Wet inkomstenbelasting 2001). Vooralsnog lijkt het er namelijk niet op dat deze saneringsregeling door middel van een algemene maatregel van bestuur zal worden aangewezen als EU- of nationale regelgeving die leidt tot herstructurering of beëindiging van een bedrijfstak.  Dat blijkt immers niet uit de brief van de Minister van LNV.

Het gegeven dat op basis van de Srv geen varkens meer gehouden mogen worden, leidt er hoe dan ook toe dat het gebruik van een herinvesteringsreserve(HIR) wordt ingeperkt. Immers voor bedrijfsmiddelen met een afschrijvingstermijn van 10 jaar of langer (zoals varkensstallen), geldt daarbij als eis dat herinvestering dient plaats te vinden in een bedrijfsmiddel met een bedrijfseconomisch zelfde functie. Volgens de Srv mag er niet meer in de varkenshouderij worden geïnvesteerd. Alleen de Srv-vergoeding voor de varkensrechten kan wellicht in een HIR worden gereserveerd. De einddatum voor de afschrijving op varkensrechten is namelijk 1 januari 2028. Kortom de Srv kan forse fiscale gevolgen hebben.

Bekijk alle artikelen van Huisvennen Advies B.V.

mr. Franc Beekmans

15-10-2019

Agrarische vraagstukken

De laatste blogs via de mail ontvangen? Schrijf u hieronder in.