De echte tevredenheid is iets actief zoals de landbouw. Het is de capaciteit alles uit een bepaalde situatie te halen wat er in zit. (Gilbert Keith Chesterton 1874 -1936)

Agroforestry, toetsing bedrijfsmatigheid in kader van pachtbeëindiging

Agroforestry en bedrijfsmatigheid

Op  14 december 2021 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in een procedure waarin het ging om de beëindiging van een reguliere pachtovereenkomst. Een landgoedeigenaar wenste dat de pachtovereenkomst van een geitenhouder zou worden beëindigd. De landgoedeigenaar stelde de pachtpercelen dringend voor eigen gebruik nodig te hebben.

Dit eigen gebruik werd gebaseerd op enkele bedrijfsplannen en was gericht op agroforestry. De beoogde bedrijfsvoering omvatte de aanplant met noot- en fruitbomen welke zou worden afgewisseld met strokenteelt van vollegrondsgroenten. Eveneens had de landgoedeigenaar het plan met strokenteelt granen en grove groenten te gaan verbouwen. Op een laag gelegen perceel zouden tien stuks rundvee geweid gaan worden. Er zouden mobiele kippenschuren moeten komen met koppels van 249 kippen. Deze kippen zouden vrije uitloop krijgen op de agrarische akkers en de agroforestry percelen. Ook zouden er bosvarkens op de akkers komen.

De landgoedeigenaar , die zich door verschillende adviseurs liet bijstaan ,bleek van beroep architect te zijn. Ten aanzien van de plannen en prognoses van de landgoedeigenaar werd door de pachter gemotiveerd gesteld dat deze op niet realistische gronden waren gebaseerd. Het gerechtshof twijfelde over de uitvoerbaarheid en miste een landbouwkundige onderbouwing. In het bouwplan leek geen rekening gehouden te zijn met grondsoort en waterstanden. Daarbij leek de hoeveelheid mest van de eigen dieren onvoldoende voor de bemesting van alle gronden. Bestuursrechtelijk werden de plannen door het hof als ‘wankel’ aangemerkt. De benodigde productierechten ontbraken. Dat gold ook voor de vergunningen terwijl die voor de beoogde bedrijfsvoering wellicht onontbeerlijk waren, zoals de vergunning Wet natuurbescherming. In de directe omgeving was namelijk een Natura 2000-gebied aanwezig.

In de procedure bleek niet duidelijk of met de beoogde activiteiten voldoende rendement gehaald kon worden. Volgens het gerechtshof liet de financiële onderbouwing nog teveel vragen open. Dit leek verband te houden met de geprognosticeerde verkoopprijzen van vlees, groenten en eieren die het hof erg hoog voorkwamen. Daarbij was er twijfel of de pachtgronden dringend nodig waren om met het door landgoedeigenaar beoogde gebruik ervan de exploitatie van het volledige landgoed rendabel te maken. De twijfel kwam voort uit zowel de landbouwkundige (on)mogelijkheden, de bestuursrechtelijk onzekerheden als het te verwachten (te) lage rendement.

Wat betreft dit laatste criterium zijn er vergaande overeenkomsten tussen het pachtrecht en het fiscale recht. In het fiscale recht wordt er vanuit gegaan dat er pas sprake is van bedrijfsmatige activiteiten of beter gezegd een onderneming indien daarmee een voordeel kan worden behaald dat objectief bezien ook in redelijkheid verwacht mag worden.

De uitspraak en de pachtovereenkomst

In deze pachtrechtprocedure ging het om de afweging van de belangen van enerzijds de verpachter en anderzijds de pachter. Het gerechtshof heeft in dat kader de beoogde activiteiten van de verpachter die stelde de verpachte percelen dringend nodig te hebben voor eigen gebruik vanuit allerlei invalshoeken benaderd. Die benadering hield in dat de bedrijfsmatigheid op allerlei vlakken werd getoetst. Het gerechtshof onderkende uitdrukkelijk de bevlogenheid van de landgoedeigenaar. Echter deze bleek onvoldoende om haar belang bij beëindiging van de pachtovereenkomst zwaarder te laten wegen dan dat van pachter bij voortzetting van de pacht. De pachtovereenkomst liet het gerechtshof na de belangenafweging in stand.

Conclusie

Deze uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is voor iedereen die met agroforestry, voedselbossen, plukweides etc. te maken heeft, wellicht leerzaam. Belangrijkste aspecten van een dergelijke bedrijfsvoering zijn namelijk uitvoerig aan de orde gekomen in deze procedure. Deze werden betrokken in de op grond van de wet, artikel 7.370 (Burgerlijk Wetboek) voorgeschreven belangenafweging bij een vordering tot pachtontbinding. Ze werden te licht bevonden.

Deze aspecten kunnen ook op andere rechtsgebieden van doorslaggevend belang zijn, zoals op het bestuursrechtelijke en fiscale vlak. De beantwoording van de vraag of kosten aftrekbaar zijn of een resultaat belast, is hiervan bijvoorbeeld afhankelijk. De conclusie van deze procedure is dat bedrijfsplannen voor agroforestry, voedselbossen, plukweides etc. op alle terreinen vooraf zorgvuldig maar realistisch uitgedacht dienen te zijn zodat blijkt dat deze activiteiten rendabel kunnen zijn. Anders loopt men met dergelijke initiatieven vroeg of laat vast.

Bekijk alle artikelen van Huisvennen Advies B.V.

mr. Franc Beekmans

11-03-2022

Agrarische vraagstukken

De laatste blogs via de mail ontvangen? Schrijf u hieronder in.